Het is ondertussen geen nieuws meer dat we in 2050 klimaatneutraal moeten zijn om de het klimaat te kunnen redden. De Europese Unie heeft financiële ruimte gemaakt om te onderzoeken welke investeringsconcepten leiden tot verduurzaming. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe gemeentes hun bewoners het beste kunnen ondersteunen in het verduurzamen van hun woningen. Vanuit deelnemende gemeenten wordt in het specifiek gekeken of bewoners behoefte hebben aan vergaande ontzorging in de vorm van een ESCO (energie service company) of MEDO (maatschappelijke energiediensten organisatie).  

Onderdeel van het onderzoek is het achterhalen van de voorwaarden, beweegredenen en ontzorgingswens van particuliere woningeigenaren om hun woning te kunnen verduurzamen richting aardgasvrij wonen. Met onze expertise burgers te kunnen bereiken en betrekken in het duurzaamheidsvraagstuk, heeft Plan-P de vraag gekregen dit onderzoek deels uit te zetten in een aantal gemeentes. 

Ondanks dat onze rol vaker gaat over het stellen van vragen en minder over het beantwoorden hiervan, is de methode die we gebruiken zeker geschikt voor het ophalen van antwoorden bij gemiddelde burger. We nemen je hier graag in mee; 

De gemeentes waarin wij een deel van het onderzoek mochten uitvoeren, waren Bunnik, Berkelland, Bilthoven en Wageningen. In samenspraak met de gemeente en de lokale duurzaamheidsinitiatieven en belanghebbenden is het onderzoek gekaderd tot wat toegevoegde waarde had voor het project en de andere organisaties. Daarom is het onderzoek in iedere gemeente net wat anders uitgevoerd. 

Zo zijn we in Bunnik bijvoorbeeld naar de lokale markt gegaan. Hier vind je een combinatie van bewoners met verschillende behoeftes en belangen; sommigen met affiniteit met het onderwerp en anderen die hier nog geen actieve actie in hebben ondernomen. Ook zijn in Bunnik diepte-interviews gehouden en is er een online enquête afgenomen.  

Door de diverse aanpakken die we hebben toegepast, is er een realistisch beeld geschept van de situatie in de gemeentes en hoe de bewoners graag geholpen willen worden. Juist door met de lokale partners samen te werken en te zien wat voor invloed ze hebben op de plek waarin ze opereren, wordt duidelijk waar de winst in te behalen valt. Iedere gemeente werkt anders en daarin hebben de burgers van de gemeentes ook andere behoeftes en worden ook ander gefaciliteerd. Het is dus geen schone lijn om conclusies vanaf te trekken; iedere gemeente heeft een andere aanpak nodig.